Duurzaamheid als opdracht
Bij zijn schepping heeft God de mens aangesteld om alles wat geschapen is op een verantwoorde wijze te beheren. Hij verschaft de mens daartoe uiteenlopende talenten, met de opdracht die tot ontwikkeling te brengen en ten goede te laten komen aan het welzijn van iedereen.
Allereerst past in die opdracht een verantwoord zorgen voor het eigen lichaam. Adventisten beschouwen het menselijk lichaam als een tempel van de Heilige Geest en proberen er vanuit die visie zorgvuldig en verantwoord mee om te gaan. Veel adventisten koppelen hun verantwoord omgaan met de schepping aan een vegetarisch dieet, ingegeven door gezondheidsmotieven en verantwoordelijkheid tegenover het dier als medeschepsel, en vanuit de gedachte dat een geringere vleesconsumptie in het belang kan zijn van een eerlijker wereldvoedselverdeling.
Bovendien onthouden ze zich in de regel van alcohol, tabak en andere drugs. Verder eten ze alleen voedsel dat in de Bijbel wordt aangeduid als rein. Ze onthouden zich bijvoorbeeld van het nuttigen van varkensvlees en paling.
Naast een verantwoord consumptiepatroon dat zich kenmerkt door matigheid (wetenschappelijk onderzoek leert dat adventisten door hun gezonde leefwijze gemiddeld langer leven en minder vatbaar blijken voor veel ernstige ziekten) nemen veel adventisten hun verantwoordelijkheid door geen wapens op te nemen tegen hun medeschepselen. Ze dragen hun leefwijze uit in hun eigen omgeving en wereldwijd, onder meer door misschien wel het grootste protestantse ontwikkelingswerk met tienduizenden artsen, verpleegkundigen en onderwijsgevenden in de derdewereld (ADRA).
ADRA
Duurzaamheid in Ontwikkelingswerk
De Adventist Development Relief Agency helpt in noodsituaties en verbetert op duurzame wijze de levensomstandigheden van kwetsbare groepen mensen. Dit doet ADRA samen met vrijwilligers, partnerorganisaties, plaatselijke ADRA vestigingen en lokale gemeenschappen om zo bij te dragen aan de zelfredzaamheid van personen en gemeenschappen in rampgebieden en kwetsbare partnerlanden.